Marije Romme
Marije Romme (1946- 2010) beeldend kunstenaar en graficus, studeerde af aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Den Bosch en werkte tot haar overlijden in Amsterdam waar ze onder andere de gevel boven de ingang van het Aquariumgebouw (1992-2023) van Artis ontwierp.
In Museum EICAS zie je haar grafisch werk met haar kenmerkende, meditatieve lijnen, krachtige handbewegingen en zwart-wit contrasten. In haar werk herken je haar interesse in de Oosterse filosofie en haar voorliefde voor minimal music, een muziekstijl met veel patronen en herhalingen. Het getoonde werk is te typeren als formele grafiek: het proces om tot het eindproduct te komen is belangrijker dan het uiteindelijke resultaat.
Lijnen, beweging en herhaling
Meditatieve en repeterende vormen en krachtige bewegingen legt Romme via een etsplaat vast op papier waarbij licht en donker elkaar afwisselen. Om tegenstellingen in beweging en richting te onderzoeken voert ze het werk soms zowel met haar rechter- als linkerhand uit.
Formele Grafiek
‘Marije Romme zou haar serie met verticalen eigenlijk moeten etsen. Maar ze beschikt niet over een etsbak van het benodigde formaat. Om vertraging te voorkomen, kiest ze voor de drogenaaldtechniek die heel bewerkelijk is maar mooie, fluwelige lijnen oplevert. Het gestuurde toeval werkt in het nadeel van een snelle verwezenlijking – droge naald etsen staan maar enkele afdrukken toe, zodat ze steeds nieuwe moest maken – maar in het voordeel van kwaliteit.’ - Kunsthistoricus en onderzoeker Tineke Reijnders (1941-2022) over Romme. Reijnders ontdekte de kwaliteit van Romme al vroeg en schreef er regelmatig over.
Geometrie
De etsplaten in de serie zonder titel, waren groter dan het gebruikte papierformaat van 120 bij 80 cm. Daardoor is de afdruk van de plaat in het papier – de zogenaamde ‘moet’, het reliëf van de rand van de zinkplaat – niet aanwezig. Omdat de lijnen niet stoppen bij de ‘moet’, kunnen ze onder en boven tot in het oneindige worden doorgetrokken.
De verticale lijnen komen in elke fase van de serie terug. Romme varieert met een driehoekig lijnenspel. Het rechtlijnige wordt door dwarse lijnen aangevochten. Een onbeslist gevecht: geen van de lijnen is weg te denken. In de zinken etsplaat zijn ze door salpeterzuur uitgebeten en vertonen daarom een rafelige rand. In latere kleurenetsen neemt Romme afstand van de strakke geometrische vormentaal.
Rotstekeningen en nieuwe ontwikkelingen
De drogenaaldtechniek en het maken van scherpe inscripties in de zinken plaat vraagt om oerkracht. Dat verklaart mogelijk Romme’s belangstelling voor de prehistorische rotstekeningen bij Mont Bégo. Daarnaast reist ze naar Spanje en Turkije waar ze oude begraafplaatsen en archeologische vindplaatsen bezoekt. Het betekent een omslag in haar werk. Het formele en rechtlijnige maakt plaats voor losser werk. Voor kromme lijnen, pijlen en andere symbolen.
Wat is ook alweer een ets?
Etsen is een ambachtelijke grafiek- of printtechniek die al vanaf ca. 1500 wordt gebruikt. Het is een afdruk gemaakt met behulp van een zinken of koperen etsplaat waarop een dunne waslaag is aangebracht. In die laag wordt met een stalen etsnaald een tekening gemaakt. De plaat wordt vervolgens in zuur gelegd dat de lijnen ‘wegvreet’ zodat er groefjes ontstaan voor de inkt. Op een ets-pers wordt vochtig papier in de groefjes geperst waardoor de inkt opgenomen wordt. Deze techniek zorgt ervoor dat je de gedrukte lijnen kunt voelen: ze liggen iets verhoogd op het papier. Dat heet ook wel een ‘moet’. Bij de drogenaaldtechniek wordt geen zuur gebruikt maar direct in de plaat getekend. Door het maken van groeven in de etsplaat ontstaan er aan beide kanten opstaande randjes en bramen waar de inkt aan hecht. De overige inkt wordt van de plaat geveegd. De groeven en bramen geven een pluizige/fluweelachtige lijn op papier. Door het drukproces slijten de randen en bramen waardoor een drogenaaldtechniek maar een beperkte oplage heeft.