Franck Gribling
Space Traps - Visual research instruments 1967 - 1974
Van 9 december 2021 tot en met 20 maart 2022 te zien in Museum EICAS preview
Franck Gribling (geboren 1933, Soerabaja) is vanaf begin jaren vijftig van de vorige eeuw op eigenzinnige wijze aanwezig in de beeldende kunst in Nederland. Zijn schilderijen, wandobjecten en performances zijn nooit een doel op zich, maar altijd een middel om de kijker bewust te maken van ruimte.
Ruimte opgevat als een dynamisch sociaal proces, maar vaker nog als kosmische ruimte, zonder begin en eind en waar alles mogelijk is. Gribling noemt zich in de jaren zestig een ‘conceptuele activist’, een ‘space investigator’, een ‘ruimte-mens in wording’.
Getuige
Constructivisme of traditioneel expressionisme zijn niet aan hem besteed. Wel gaat hij op in de Informele Kunst van eind jaren vijftig, samen met onder andere Armando. Dan volgt de Zero in West-Duitsland en de Nul-beweging in Nederland. Gribling is in 1960-1967 van zeer nabij getuige van de belangrijkste acties en manifestaties. In 1967 ruilt hij Amsterdam voor een langdurige werkperiode in New York. Hier voeren Minimal-, Pop- en Concept Art de kunst aan. In dit hardere, publiekgerichte klimaat werkt hij met industriële materialen, met plastics en verven die voor grote buitenreclames zijn ontwikkeld. Glasfiber en polyester zijn niet een ondergrond voor de kleuren, zij zijn nu letterlijk met de kleur versmolten. Hij creëert harde popachtige illusies, Amerikaans werk.
Terug in Nederland wordt hem de werkplaats van Ateliers 63 in Haarlem aangeboden. Hier maakt hij in 1969-1970 de Light and Space Traps. Deze in verzadigd wit uitgevoerde reliëfs hebben overeenkomst met die van Jan Schoonhoven. Zij activeren de kijker om van standpunt te veranderen en zich te verhouden tot de veranderende lichtinval. Het maakproces is evenwel niet handmatig zoals bij Schoonhoven en het leent zich tot productie in groter aantal.
Van andere aard zijn de Space Reflectors van 1972, grillig gevormde, hoogglanzend aluminium, reliëfs die de ruimte op onvoorspelbare wijze weerkaatsen. Hier wordt aan de kijker geen rust gegund om vanuit een gekozen standpunt het werk in zich op te nemen. De minste beweging verstoort de reflectie van de ruimte en de kijker wordt geactiveerd tot willekeurige beweging. De Spacevolumes, de Spaceplanes, de Light and Space Traps en de Space Reflectors in EICAS zijn even jong als zij rond 1970 waren. De kosmische ruimte is niet lineair maar overal en altijd tegelijk.
In de volgende decennia, tot op heden, is Franck Gribling een onvermoeid activist in de kunst. Hij was in de jaren zeventig en tachtig (tot het overlijden van oprichter Wies Smals in 1983) sterk betrokken bij De Appel, het internationale centrum voor performancekunst. Gribling benadrukt in teksten en openbare discussies de eenmaligheid en intensiteit van de relatie die de toeschouwer en de kunstenaar hier met elkaar wilden aangaan. Bekend is het project ‘Art For The Millions’ uit 1979 voor een vitrine in de onderdoorgang van het Centraal Station in Amsterdam. Letterlijk miljoenen reizigers zagen hier twee jaar lang in het voorbijgaan bijdrages van Gribling en vele andere kunstenaars die aan zijn uitnodiging gevolg gaven.
In 1982 volgde, in zijn eigen werkplek op de Amsterdamse Wallen, ‘City Thoughts, Artists Theory and Practice in Progress’, een voortdurende ondervraging van de kunst en alle mogelijke relaties die zij kan aangaan. Ook is Gribling in deze jaren docent kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en tijdelijk verbonden aan het Kunsthistorisch Instituut in Groningen. Samen met Henk Peeters is hij in 1982 curator van een grote museumtentoonstelling (Den Haag en Antwerpen) van Informele Kunst in Nederland en België.
Eind 1991 vindt in het Stedelijk Museum een solotentoonstelling plaats van Griblings werken uit de voorgaande tien jaren. Een compleet overzicht van zijn veelzijdig oeuvre was hier nog niet aan de orde. De tentoonstelling nu in Museum EICAS preview laat een gedeelte zien, met de focus op de jaren rond 1970.
Trots
Fred Wagemans, artistiek directeur van EICAS is trots dat Gribling exposeert bij EICAS:
In 1991 vond in het Stedelijk Museum van Amsterdam een solotentoonstelling plaats. Een deel ervan, met name rond 1970, is nu bij ons te zien. Gribling is nauw betrokken geweest bij de Zero- en Nulbeweging. Hij was getuige van belangrijke acties en manifestaties in de periode 1960-1967. Ik hoop dat we de samenwerking met Gribling ook in de toekomst kunnen voortzetten. Het werk van deze zelfverklaarde antispecialist sluit zó goed aan bij onze doelstelling om niet-figuratieve kunst vanaf 1960 te tonen. En te laten zien wat de Nul-beweging aan artistiek en maatschappelijk belang teweeg heeft gebracht. En nog steeds trouwens.