Henk Peeters, rode vacht, 2004, 30 x 30 cm
Jan Schoonhoven, Ribkarton-doorsnede, 1964, 75,5 x 54,5 cm
Emile Circkens, Structuurreflex, 1975, papier, hout en perspex, 56 x 77 cm
Herbert Zangs, Reliefbild, 1957, dispersieverf op karton, 38,5 x 48,5 cm
Bernard Aubertin,Éclats, Monochrome Rouge, 2011, 70 x 74 cm

Via Nul

In de vroege jaren 60 vindt de omslag naar de Nul-beweging plaats. Niet voor het eerst wordt de schilderkunst dood verklaard. Het ezelschilderij heeft definitief afgedaan maar ondanks de radicaal andere uitingswijze van de Nul-kunstenaars, is Nul in belangrijke mate gebaseerd op de uitgangspunten van de Informelen.

Henk Peeters | Den Haag 1925 - 2013
Peeters ontpopt zich als organisator en ideologische verbinder tussen de Italiaanse en Duitse Zerobeweging en het Nederlandse Nul. Als kunstenaar is hij een voorstander van het gebruik van industrieel materiaal. Hij voegt in zijn werken zelfs verbandgaas, haar, watten, schuim van matrassen, paardenstaartenen andere materialen toe. In navolging van Yves Klein gebruikt Peeters ook vuur om gaten in overhemden en onderbroeken te branden. Dons en veren in schilderijen nodigen de kijker uit om het aan te raken. Als het materiaal versleten is wordt het werk gewoon opnieuw gemaakt. Authenticiteit, uniciteit en originaliteit zijn niet meer belangrijk.

Later in zijn loopbaan zal hij zelfs hele koeienhuiden met vlekkenpatroon opspannen met titels als Marietje of Klaziena 2. Steeds dichter nadert hij zijn ideaal dat hij al in de jaren 60 heeft: een kunstwerk kopen zoals je bij IKEA een bed of bij een autodealer een auto in een bepaalde kleur koopt: je vraagt de autoverkoper toch ook niet als hoeveelste je auto van de productielijn af is gekomen?

Jan Schoonhoven | Delft 1914 - 1994
Schoonhoven zal zich in zijn reductie van het materiaal verder consistent ontwikkelen tot hij zijn eigen uitingsvorm in wit gevonden heeft. In zijn beeldtaal is de persoonlijke expressie afwezig en komt hij tot een objectief-neutrale uiting van de realiteit. Bijkomend effect is dat het licht dat op de uitstekende delen van zijn driedimensionale reliëfs valt, schaduwen gaat vormen op de achterliggende beeldvlakken, zonder dat daarvoor een schilderkunstige ingreep moet worden gedaan. Hij voegt als het ware het immateriële, het licht, toe aan zijn uit karton, krantenpapier, hout en latex vervaardigde objecten die aan de keukentafel in elkaar geplakt worden. Zijn tekeningen baseert hij op simpele inspiratiebronnen: een rolgordijntje voor het raam van zijn bovenetage of doorgestreepte items op een boodschappenlijstje. Ook Delftse Gotische gebouwen en hun ornamenten, straatstenen, hekjes en zelfs een afgebroken paaltje worden geabstraheerde onderdelen van een tekening. Eindeloos herhaalde streepjes, driehoekjes, puntjes en kruisjes vormen de serialiteit in zijn werk en wezen; elke dag verloopt identiek, dagdelen worden in doen en laten herhaald met een onwrikbare regelmaat. Overdag zit hij op kantoor bij de PTT in Den Haag, ‘s avonds wordt – met een borrel – kunst gemaakt.

Emile Circkens | Soerabaja 1924 - 1997
De in Nederlands-Indië geboren Emile Circkens bouwt, schijnbaar geheel los van de invloedsfeer van Nul, na ook een informele periode te hebben doorgemaakt, aan een ander door serialiteit gekenmerkt oeuvre. Informeel is nog zijn zwarte schilderij met de titel ‘Verbrand landschap’ dat een herinnering is aan zijn Indische tijd. Het heeft veel overeenkomst met ‘Prikkeldraad’ uit 1961 van Armando, dat de verbeelding is van diens kijken door de afrastering van kamp Amersfoort in de oorlog. Circkens’ werk bestaat echter vooral uit witte werken die opgebouwd zijn met stroken papier. Ze zijn geplakt op spaanplaat en multiplex en gevat in glazen perspex dozen. Perspex is in de jaren 70 een relatief nieuw materiaal waarmee kunstenaars experimenteren. Of hij contact heeft gehad met Schoonhoven is niet bekend, maar diens invloed en die van Lucio Fontana heeft hij wel degelijk verwerkt. Het schilderij met de insnijdingen in aquarelpapier getuigt daarvan. Door zijn PTS syndroom, erfenis van de Japanse bezetting en de daaropvolgende heftige opstand tegen het kolonialisme, raakt hij in Nederland in een sociaal en artistiek isolement. Zijn bestaan wordt beheerst door een andere, bittere serialiteit die zich weerspiegelt in zijn werk. De herhaling bestaat uit het steeds maar weer obsessief controleren of het slot op de voordeur zit, het gas uit is en de ramen gesloten zijn. Hij voegt zo, op zijn beurt, iets immaterieels toe aan het witte reliëf, namelijk een therapeutisch aspect. Door geconcentreerd en uiterst nauwkeurig te werken, verdrijft hij zijn demonen en krijgt hij rust in het hoofd. Van het diepe Indische zwart naar de helderheid en eenvoud van het wit. Dat helende is ook bij Wim de Haan een rol gaan spelen in zijn verwerking en omzetting van zijn verblijf aan de Birmaspoorbaan in schilderijen en beelden. ‘Leer mij de tekens verstaan’, verzucht De Haan.

Herbert Zangs | Krefeld 1924 - 2003
Een ingrijpende gebeurtenis zal de kunst van Herbert Zangs bepalen. Als 19-jarige zweefvlieger wordt hij ingezet boven het front in Finland in de Tweede Wereldoorlog. Hij overleeft een crash door zich te wikkelen in zijn parachute, liggend in de sneeuw; de horror vacui van het wit. Terug in zijn geboortestad gebruikt hij voor zijn schilderijen en reliëfs, die hij ‘Verweisungen’ noemt, naast kant en klare objecten die hij in ruïnes van het platgebombardeerde Krefeld onder de sneeuw vindt, ook restmateriaal van industriële productieprocessen. Zijn ateliers bevinden zich dan ook niet zelden in fabrieken. Zangs is een voorloper van Zero. Hij wordt door zijn onaangepastheid het enfant terrible van de Duitse kunst. Het duurt niet lang of hij heeft ruzie met de Zero-kunstenaars Piene en Uecker uit Düsseldorf, evenals met Yves Klein, die het alleenrecht op het woord ‘monochroom’ meent te hebben en zichzelf graag ziet als grondlegger van de Europese Zero-beweging.

Leo Erb | St. Ingbert 1923 - 2012
De door Bauhaus gevormde minimalist Leo Erb is in de late jaren 50 al deelnemer aan de expositie ‘Das rote Bild’ bij Galerie Schmela in Düsseldorf. Hij blijft gedurende zijn creatieve loopbaan vasthouden aan de lijn, die hij voor het eerst ziet tijdens zijn krijgsgevangenschap in Siberië: de scheidslijn tussen de witte horizon en het witte landschap. Eerder was hij als soldaat betrokken bij de verneveling van een fabriek die synthetische benzine produceert. De golvende witte zee moet de geallieerde bommenwerpers in verwarring brengen. Het wordt een oerbelevenis in zijn visuele geheugen. Later zal hij in een Amerikaans strafgevangenkamp aan de Rijn de ritmische ordening van de wijnstokken opmerken.

Bernard Aubertin | Fontenay-aux-Roses FR 1934 - 2015
De Franse vertegenwoordiger van Nul en ZERO, Bernard Aubertin, is beïnvloed door Yves Klein en de Duitse Zeroïsten. Van Klein neemt hij het werken met vuur over en de strikt doorgevoerde monochromie. Niet het ‘Yves Kleinblauw’, maar rood overheerst het grootste deel van zijn oeuvre. Later doen ook goud en wit hun intrede. We zien ook hier het gebruik van allerhande materialen, zoals spaanders hout en spijkers naast eindeloos, steeds opnieuw opgebrachte lagen verf, soms wel meer dan vijftig, waardoor behalve een intens rood, aan de randen van zijn schilderijen tevens vlam-achtige vormen ontstaan.

 

Te zien in de tentoonstelling 04 Van Informeel via Nul naar nu...